Groeizaam weer
Terwijl ik dit typ schijnt het avondzonnetje over een mooi beregende tuin. En dat ook nog eens helemaal gratis! Zonder met gieters te sjouwen of slangen uit te rollen of de pomp aan te zetten! Het is fenomenaal! Het ziet er direct een stuk gezonder uit dan die stofbende die het was de laatste weken. We hadden op een gegeven moment zelfs wat hagel, gelukkig heb ik daar geen bladschade van gespot. Dit weekend volgt nog meer regen, hopelijk niet direct een zondvloed en slakkeninvasie.
In de platte bak plantte ik (jazeker, helemaal zelf), tussen de sla, zoete aardappel uit. De sla moeten er snel uit en opgegeten, maar krijgen we eerlijk gezegd niet weg gegeten. Misschien was het ook een beetje veel om vijfendertig planten in een keer uit te planten. Een deel schiet door, maar dat vinden de kippen erg lekker. De zoete aardappel is nu nog klein, maar gaat straks de hele platte bak vullen als we hem zijn gang laten gaan. Dat gaan we niet doen, want ik heb er ook nog boontjes en bietjes in staan, en ik wil er straks ook nog een tweede lading boontjes zetten. We zetten er wel een plank tussen, en zullen streng optreden tegen ontsnappingspogingen.
De stamslabonen die iets naast de sla in de platte bak staan, komen al in bloei! Mijn vader zegt altijd streng ‘Een boon mag Mei niet zien!’. Een oud gezegde dat er voor zorgt dat je de bonen niet legt voordat het gaat vriezen. Als je dan half mei bonen legt, komen ze begin juni op. Maar ik ben nou eenmaal eigenwijs en zaai voor in de kas en plant ze uit zodra ze groot genoeg zijn. Wel onder glas dan, maar soms ook gewoon buiten. Het gaat tot nu toe altijd goed.
Verderop in de tuin komen de eerste klimbonen op, de ‘Blauhilde’. Het is niet zo gek dat deze eerder zijn dan de buren, want deze had ik voorgekiemd in de vensterbank.



Ik plantte deze week de laatste pompoenen (Butternut), en tussen de andere pompoenen (Uchiki Kuri) plantte ik de eerste mais. Het interplanten (door elkaar heen planten) van ‘de drie gezusters’: mais, pompoen en klimbonen; werd zesduizend jaar geleden al door de oorspronkelijke bewoners van Midden en Noord Amerika toegepast. Het gecombineerd telen van deze drie gewassen heeft vele voordelen. De mais geeft de bonen iets om in te klimmen, de bonen geven stikstof af aan de bodem en geven de mais steun bij harde wind, en de pompoenen bedekken de bodem zodat de grond minder uitdroogt door verdamping en tot slot onderdrukken de grote bladeren van de pompoenen de groei van onkruid. Een mooie traditie die ik graag voortzet.


De kolen gaan hard! Helaas veel last van luis, dus het net er maar afgehaald om lieveheersbeestjes de kans te geven daar wat aan te doen. Nu maar hopen dat de rupsen eruit blijven.




De eerste bloemkool is geoogst en we aten ook al spitskool van de week. Ook de tweede zaai spinazie kon geoogst. Een deel ervan aten we vers met pasta, feta en zongedroogde tomaatjes, de rest gaat de vriezer in.

Ook lekker om deze week te gaan verwerken: de bloemen van de spiraalknoflook. Knoflook komt in twee soorten: met een harde stengel en met een flexibele stengel: in het engels noemen ze dat ‘Hardneck’ en ‘Softneck’. Spiraalknoflook is hetzelfde als ‘Hardneck’ knoflook. Deze knoflook kan iets beter tegen vorst en kan langer bewaard worden, maar heeft minder teentjes per bol. Wel zijn de tenen vaak groter. De ‘Softneck’ knofloken kan je mooi vlechten, dat lukt met ‘Hardneck’ dan weer niet, maar die kan je ook mooi in een bos binden. De ‘Hardneck’ geeft een bloemknop, en het leuke is dat je die kan eten. Dat doet niets af aan de vorming van de bol. Sterker nog, het is juist beter die te verwijderen, want dan gaat er meer energie naar de bol. Je kan ze er gewoon uit trekken, als je voorzichtig trekt aan de knop waar hij uit te stengel komt, breekt hij vaak iets in de stengel af en komt hij er zo uit. Het stengeltje tot de knop (deze begint bij het roze dingetje) kan je aan stukjes hakken en door de sla doen als een knoflookachtig bosuitje. Je kan ze ook kort fruiten als ui door een wokmaaltijd. Lekker frispittig!


De aardbeien zetten vrucht! Ook in de pineberries zie ik kleine vruchtjes komen. Ik ben heel benieuwd of ze nog wat doorgroeien, want nu zijn ze nog wel heel klein! Het is sowieso al beter dan de totale afwezigheid van vruchten vorig jaar. Onderstaande aardbei is een ‘Korona’, die wint het nu toch van de ‘Ostara’, maar mogelijk omdat die later werd geplant.

Ook verspeende ik Cosmea, Ammi, Strobloem, Scharlei en Anjers, en zijn de Echinacea’s en Hyssop zaailingen opgekomen. Die laatsten mogen nog iets groter groeien voordat ik ze verspeen. De boerenkool en venkel zijn ook bijna klaar om verspeend te worden.






Het is voor mij nog lastig om laag bij de grond te komen, maar het planten van de pompoenen, mais en zoete aardappel was me wel zelf gelukt! Deze keer niet vanaf een krukje, maar staand een beetje voorover bukken en met behulp van het lange schepje. Ook heb ik de resten van de eerste zaai spinazie in de platte bak omgewied en opgeraapt, dit moet wel vanaf het krukje, want met de grijper onkruidjes oprapen is echt onmogelijk. Mijn rug vindt dat toch niet zo’n geweldig plan, maar als ik het stukje bij beetje doe komt het vast goed.



Vorig bericht
Ontdek meer van De Zittende Zaaier
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
